Kan de HSP leren omgaan met deze karaktertrek?
Alle bovenvermelde eigenschappen, positieve en negatieve, spelen de HSP niet continu parten. Het zenuwstelsel is er voor gemaakt om op subtiele ervaringen te reageren. De HSP wordt niet continu geprikkeld, er zijn momenten wanneer er geen prikkeling is. De algemene eigenschap “ hooggevoeligheid “ moet dus als iets neutraal bekeken worden. Het is pas als er zich een situatie voordoet dat de HSP geprikkeld of “ over-prikkeld “ wordt. Het is pas als een HSP in een bepaalde situatie komt, dat hij kan leren omgaan met zijn karaktertrek, het is dan, dat hij in al zijn hooggevoeligheid overeind blijft of onderuit gaat.
Toch zijn HSP’s nodig in de huidige samenleving, al is het maar om in balans te blijven. Ze merken vaak subtiele nuances op, zien sneller gevaren in, wat er voor kan zorgen dat een maatschappij langer overleeft.
HSP’s geven er de voorkeur aan om zeer bewust en zeer menselijk om te gaan met het goede gevoel, zelfs als hij daar zelf niet altijd even vrolijk van wordt.
Het is vooral zaak om zich als HSP een gelijke te beschouwen van de niet – HSP, zich vooral niet beter of slechter ( minder ) te voelen dan de niet – HSP. De HSP is “ anders “ dan de anderen, maar zijn we dat allemaal niet, UNIEK ?
De eigenschap “ hooggevoeligheid “ als iets neutraals zien, is niet zo eenvoudig in onze samenleving. We leven immers in een maatschappij waarin een ideale persoonlijkheid wordt verheerlijkt. Eigenschappen die niet binnen de vooropgestelde normen vallen , worden maar al te vaak veroordeeld, genegeerd of in het ergste geval belachelijk gemaakt. Zolang de psychologie al bestaat, levert het onderzoek waardevolle inzichten in mensen. Maar ook de psychologie is niet onfeilbaar. Vaak wordt er nogal eens het etiket van “ geremdheid “ of “introvert “ of “ verlegen “ op de HSP gekleefd.
Deze etiketten worden ten onrechte op de HSP gekleefd en zo krijgt het HSP – zijn een negatieve bijklank.
Het is dus zaak om zich als HSP niet te vereenzelvigen met die stempels, want dat verzwakt het zelfvertrouwen. Het kan leiden tot grote spanningen en dus overprikkeling.
We spreken hier uiteraard over onze Westerse cultuur. Wat hier als negatieve eigenschap wordt afgedaan, wordt in andere culturen verheerlijkt. In Japan komt men met de psychologische onderzoeken tot heel andere conclusies.
HSP’s moeten nogal eens een impopulaire rol spelen om de grote meerderheid ( deze huidige maatschappij ) in hun vaart te belemmeren. Daarom is het belangrijk dat de HSP zich goed in zijn vel voelt, stevig in zijn schoenen staat. De HSP moet leren omgaan met zijn hooggevoeligheid en op die manier een positieve bijdrage leveren om de maatschappij in balans te houden.
Wat zijn de reacties bij HSP’s zelf ?
Sinds de term “ hoogsesitiviteit “ meer ingeburgerd is, kan men drie soorten reacties onderscheiden:
- 1. Hoogsensitiviteit wordt als excuus gebruikt. De HSP neemt de slachtofferhouding aan. Hij pakt zijn eigen onzekerheid en angst niet aan. En hij gebruikt mislukkingen uit het verleden om de werkelijkheid toch maar niet onder ogen te moeten zien.
- 2. Hoogsensitiviteit wordt een superioriteitsgevoel. De HSP voelt zich plots beter dan niet sensitieve mensen. Dit gedrag leidt ertoe dat de HSP zich wel tijdelijk beter zal voelen, maar het is geen leerhouding. Daardoor blijft het beter leren omgaan met de hooggevoeligheid uit.
- 3. Hoogsensitiviteit wordt gebruikt als een ingang naar meer zelfacceptatie en stabiliteit. De zelfzorg van de HSP groeit en hij vindt een balans tussen rekening houden met deze eigenschap en het uitvergroten ervan. De HSP zal er op deze manier toch komen om zijn hoogsensitiviteit te gaan gebruiken om zijn intuïtie te ontplooien. (Bont, 2005: 26; Van Den Daele, 2005: 12)
Wat is dan een HSP , kort samengevat?
Een HSP is een hoogsensitief persoon. Een HSP vangt subtielere signalen op, die anderen missen. Hierdoor bereikt hij sneller een prikkelingsniveau dat hem totaal van slag kan maken, als hij er niet mee leert omgaan. Hooggevoeligheid is een aangeboren fysieke eigenschap, die 15 à 20 procent van de bevolking bezit, maar ook een “onbegrepen maatschappelijk gegeven “ (Aron, 2004: 44; Bont, 2005: 23; Van Den Daele, 2005: 11-13)